
Ze worden vaak gebruikt om een westernsfeertje te creëren en verkocht onder fantasievolle namen als ‘cowboycactus’. Maar euforbia’s zijn geen cactussen en komen ook niet uit Amerika. De op cactussen lijkende soorten zijn vooral te vinden in Afrika.
Het bestaan van cactusachtige euforbia’s is een merkwaardig staaltje van convergente evolutie, waarbij niet-verwante organismen dezelfde evolutie doormaken (denk aan vissen en walvissen). In Amerikaanse woestijnen verloren cactussen als aanpassing aan de droogte hun bladeren en werden ze bol- of zuilvormig. In Afrika gebeurde met sommige euforbia’s precies hetzelfde.
Deze soorten worden veel als kamerplant gekweekt. Ze zijn niet alleen erg mooi, maar vaak ook nog gemakkelijker te verzorgen dan ‘echte’ cactussen.
Verschil met cactussen
Euphorbia – in het Nederlands wolfsmelk of euforbia – is met meer dan 2000 soorten een van de allergrootste plantengeslachten. Euforbia’s komen behalve op Antarctica voor op elk continent.
Ze lijken lang niet allemaal op cactussen. Er zitten ook ‘gewone’ struiken tussen als de kerstster (Euphorbia pulcherrima), bomen als de oleanderwolfsmelk (Euphorbia neriifolia) en bij ons inheemse plantjes als de cipreswolfsmelk (Euphorbia cyparissias). Meer dan 800 soorten zijn succulent.
Schijnbloemen
Al deze soorten hebben met elkaar gemeen dat ze geen gewone bloemen hebben, maar heel kleine, vaak groengelige ‘schijnbloemen’, cyathia geheten. Cactussen hebben daarentegen spectaculaire en vaak zeer grote bloemen.
Giftig sap
Alle euforbia’s bevatten een giftig wit of soms geel melksap (latex) – vandaar de naam ‘wolfsmelk’. Het is mij niet duidelijk hoe gevaarlijk dit nu precies is – er doen veel overdreven paniekverhalen over de ronde – maar zorg ervoor dat je het niet in je ogen of op andere gevoelige delen van je lichaam krijgt. Draag eventueel handschoenen bij het verpotten of stekken van een euforbia.
Je kunt dus gemakkelijk nagaan of een bepaalde plant een cactus of een euforbia is door erin te prikken. Komt er wit sap uit, dan is het vrijwel zeker een euforbia.
Doorns
Een ander verschil tussen cactussen en euforbia’s zit hem in de doorns, die bij euforbia’s direct uit de stengels groeien en bij cactussen op een soort kussentjes (areolen) zitten. Dat klinkt misschien vaag, maar het uit elkaar houden van de twee plantengroepen is vooral een kwestie van oefening. Na een tijdje zie in één oogopslag waar je mee te maken hebt.
Soorten
In de gespecialiseerde handel worden honderden euforbiasoorten verkocht, waaronder zeer gewilde en dure als de beschubde Euphorbia piscidermis en de puistige, roodwitte Euphorbia abdelkuri ‘Damask’. De volgende soorten zijn vaak in plantenwinkels en tuincentra te vinden.
Zuilvormig
Let op: deze soorten kunnen enorm hard groeien en zitten voor je het weet tegen het plafond. De groei is wat in te dammen door ze niet te verpotten en geen mest te geven.
- Euphorbia abyssinica (ook Euphorbia acruensis genoemd)
- Euphorbia candelabrum – kandelaberwolfsmelk
- Euphorbia ingens (ook Euphorbia eritrea of erytrea genoemd) – cowboycactus
- Euphorbia lactea – melkwitte wolfsmelk
- Euphorbia trigona – Afrikaanse melkboom
- Euphorbia trigona ‘Rubra’
Kleine zuiltjes
- Euphorbia aeruginosa
- Euphorbia baioensis
- Euphorbia debilispina
- Euphorbia enopla
- Euphorbia ferox – woestbewapende wolfsmelk
- Euphorbia leuconeura – bommenwerper (schiet zijn zaad door de kamer)
- Euphorbia officinalis subsp. echinus – egelwolfsmelk
- Euphorbia resinifera – gomwolfsmelk
- Euphorbia ritchiei (ook Monadenium ritchiei genoemd)
- Euphorbia submammillaris
Bolvormig
- Euphorbia obesa – Schotse ruit
- Euphorbia obesa × gorgonis
- Euphorbia suzannae × bupleurifolia

Medusahoofdvormig
- Euphorbia inermis
Struikvormig
- Euphorbia milii – christusdoorn
- Euphorbia tirucalli – potloodplant
Cristaatvormig
- Euphorbia enopla ‘Cristata’ (ook ‘Crestata’)
- Euphorbia lactea ‘Cristata’

Verzorging
De verzorging van succulente euforbia’s lijkt erg op die van cactussen – met één belangrijk verschil: anders dan cactussen hebben euforbia’s geen koele winterrust nodig. Ze kunnen het hele jaar in de kamer blijven staan. Wel is het voor de gezondheid van de planten goed ze tussen oktober en maart geen water te geven – geen druppel.
Water
Succulente euforbia’s zijn aangepast aan droge gebieden en kunnen zonder problemen maanden zonder water. Gebruik net als bij cactussen de alles-of-niets-methode: niet steeds een klein beetje water, maar af en toe een grote hoeveelheid.
Giet pas opnieuw als de grond volledig (dus ook onderin de pot) is opgedroogd. Dit kan uiteraard alleen als er een afvoergat in de pot zit en er geen water in de sierpot blijft staan. Geef bij twijfel liever te weinig water dan te veel – zoals gezegd: je moet het wel heel bont maken wil een euforbia verdrogen.
Potgrond
De euforbia’s die je in de winkel koopt staan meestal in een soort turfmengsel. Dit wordt in grote kwekerijen gebruikt om de planten zo snel mogelijk op te fokken, maar is voor thuisgebruik niet geschikt: het houdt water veel te lang vast en áls het eenmaal is uitgedroogd absorbeert het geen water meer. Correct water geven wordt dan lastig.
Je kunt je euforbia’s dus het beste overzetten in een zeer goed waterdoorlatend grondmengsel. Kant en klare cactusaarde is al beter, maar het beste kun je zelf iets mengen. Ik kweek euforbia’s en cactussen in een mix van ongeveer gelijke delen kleikorreltjes (Foetsie-ba kattenbakvulling, Jumbo), granietgrind (aquariumwinkel) en grof rivierzand (tuincentrum). Uiteraard zijn er vele andere samenstellingen mogelijk.
Mest
Geef euforbia’s net als cactussen bij voorkeur een soort mest met weinig stikstof. Oftewel: cactusmest. Planten die in gewone potgrond staan hebben, als je ze om de paar jaar verpot, nauwelijks mest nodig. Staan ze in een mineraal grondmengsel zoals hierboven beschreven, dan willen ze wel regelmatig een beetje. Uiteraard alleen in het groeiseizoen.
Licht
Hierover kan ik kort zijn: volle zon. Dat betekent thuis dus direct aan een raam waar minstens een paar uur per dag de zon op staat. Bij lichtgebrek ‘etioleren’ of ‘vergeilen’ de planten: ze gaan lange, slappe, bleke scheuten produceren die gevoelig zijn voor aantastingen. Slecht voor de plant en het ziet er niet uit.
Temperatuur
Hoewel er succulente euforbia’s bestaan die lichte vorst verdragen, kun je het beste een minimumtemperatuur van 15 °C aanhouden. Zoals gezegd: overwinteren bij kamertemperatuur is prima, zolang de planten dan maar volledig droog staan.
’s Zomers voelen euforbia’s zich het lekkerst bij een graad of 25. Bij temperaturen van boven de 40 °C (dat kan in een kas gemakkelijk gebeuren) gaan sommige soorten in zomerrust en stoppen ze met groeien.

Vermeerderen
Stekken
Euforbia’s zijn in het algemeen gemakkelijk te stekken. Snij met een scherp en schoon mes een deel van de plant af en spoel al het melksap van de want. Als het erop blijft zitten kan dat de wortelvorming hinderen. Laat de stek een paar dagen drogen en zet hem dan in droge, goed doorlatende grond.
Het kan even duren voor de eerste wortels verschijnen. Stek bij voorkeur in de lente of de zomer, want ’s winters wortelen stekken vaak niet of nauwelijks.
Zaaien
Euforbia’s zijn gemakkelijk uit zaad op te kweken. Alleen… zie maar eens aan zaad te komen. Het is maar kort kiemkrachtig en wordt daarom weinig te koop aangeboden. Daar komt bij dat bijna alle soorten hun zaad wegschieten, wat het oogsten erg lastig maakt. Je kunt een theezakje om de vruchten heen doen om het zaad op te vangen.
Heb je eenmaal zaad te pakken, zaai het dan snel, want de kiemkracht verdwijnt snel. Druk de zaden licht in vochtige grond en bedek ze eventueel nog met een heel dun laagje aarde. Hou de grond steeds vochtig, maar niet kletsnat. De temperatuur mag ’s nachts niet onder de 18 °C komen en ligt overdag bij voorkeur rond de 25 °C. Geen volle zon!
Een heel gemakkelijke soort is Euphorbia leuconeura. Vaak verschijnen er in naburige potten vanzelf zaailingen.
Enten
Net als cactussen kunnen euforbia’s worden geënt. Euphorbia lactea ‘Cristata’ en Euphorbia officinalis subsp. echinus worden in de handel meestal geënt op Euphorbia neriifolia of Euphorbia candelabrum aangeboden. Echt nodig is dat niet, beide soorten kunnen ook op hun eigen wortels worden gekweekt.
Enten wordt gebruikt om lastige soorten beter te laten groeien en om soorten te vermeerderen waarvan stekken moeilijk wortelen.
Het procedé is min of meer hetzelfde als bij cactussen, met als verschil dat het melksap goed moet worden weggespoeld. Veelgebruikte onderstammen zijn, naast de hierboven genoemde soorten, Euphorbia ingens en Euphorbia canariensis.
Snij de ent en de onderstam met een schoon en scherp mes af en spoel of spuit (met een plantenspuit) het melksap zoveel mogelijk weg. Snij daarna nog van allebei een héél dun plakje af, druk de ent op de onderstam en hou de twee bij elkaar met een elastiekje.
Na een week of twee op een beschaduwde plaats kan het elastiekje eraf. De ent kan al na een paar dagen gaan groeien, maar dit kan ook maanden duren.

Een stuk of vier maar
Dezelfde of verschillende?
Geen een. Ik vind ze mooi, maar helaas mijn kat ook.
Wat doet ie ermee?
Ze krabt en eet aan alles. Maar ik wil het risico ook gewoon niet nemen. 🙂
Nee, zeker bij deze soorten niet 🙂
Lees overigens dat het dus best meevalt met de giftigheid van de euphorbia…. Misschien dan toch maar een ingens kopen!
Gotta like euphorbia i’ve got over 20 species of them and a grand total of over 250 in the collection 🙂